Vooraf werd de wedstrijd tegen de Spassky’s beschouwd als een wedstrijd waar het lastig zou zijn om punten te halen. Maar onmogelijk werd het niet geacht. Toen Wietse echter snel na de opening de vlag moest strijken. Was een groot deel van deze hoop wel een beetje weg gevaagd. (1-0)
De meeste borden lieten een klein stellingsverschil zien. Het bord waar dit minieme voordeeltje het grootste leek was dat van Roel Hazenberg. Maar na een aantal zetten bleek al gauw dat de ontwikkelingsvoorsprong zijn dubbelpion kon compenseren, maar meer ook niet. (1½ – ½)
Gerben had in een vreemde openingsvariant naar zijn idee een klein voordeel, maar kon het plan niet vinden. En bood hierom met frisse tegenzin remise aan. (2-1)
Henk Broersma debuteerde met glans in de KNSB, op naar puntje twee! (2-2)
Bij Bart verscheen aan het eind van het middenspel een eindspel met ongelijke lopers, zoals zo vaak was dit ook nu remise. (2½ – 2½)
Sjoerd speelde tegen de sterke Alidston Henries. Hij stond een beetje gedrukt, maar door een tactische wending leek hij een licht stuk te gaan winnen. Zijn tegenstander probeerde dit uit te stellen met enkele creatieve zetten, maar zag hierdoor zelfs zijn toren verloren gaan (3½ – 2½)
Jan Sybren had gedurende lange tijd een miniem voordeel in zijn partij. Dit voordeel bleek aan het einde te miniem. (4-3)
Ronald speelde nog tegen Roelof Kroon, mogelijk de sterkste speler uit klasse 3a. Ronald liet al in Hamburg zien dat hij af en toe mee kan met een 2200-speler en dit slaagde hem ook nu. Er werd na een spannend toreneindspel een overduidelijke remisestelling bereikt. Grote klasse van Ronald! (4½ – 3½)
Hierdoor staat Schaakwoude I na 2 wedstrijden bovenaan in klasse 3a met 4 punten. Dit zijn 3 á 4 punten meer dan vooraf gedacht. We zijn dan ook zeer blij met onze start.
Spassky’s (2009) – Schaakwoude (1939) 3 ½ – 4 ½
1. Roelof Kroon (2211) – Ronald van der Veen (1996) ½ – ½
2. Henk van Putten (2148) – Bart Lemstra (2045) ½ – ½
3. Evert Janse (2035) – Gerben van der Heide (1935) ½ – ½
4. Alidston Henries (2013) – Sjoerd Hoekstra (1990) 0 – 1
5. Jan Postma (2034) – Roel Hazenberg (1997) ½ – ½
6. Dries Koster (2015) – Wietse de Jong (1839) 1 – 0
7. Peter Bodewes (1853) – Jan Sybren Zagema (1857) ½ – ½
8. Rolf Yska (1766) – Henk Broersma (1856) 0 – 1