Dokkum 3 november.
De eerste titel die me voor dit kopje in het hoofd schoot was: “Schaakwoude komt tegen de De Donger niet verder dan een gelijkspel” Maar ja vorig jaar verloren we nog dik van De Donger dus mag je het eigenlijk positiever bekijken. Desondanks begon Schaakwoude 2 als licht favoriet voor de winst aan de wedstrijd. Na anderhalf uur leek het er ook op dat Schaakwoude afkoerste op een overwinning. Willem, Henk vd Heide, Gerke en Bauke leken beter te staan. En alleen Catrines stond slechter. In de trap naar beneden meldde Catrines mij, dat hij waarschijnlijk zou verliezen. Dat konden we hebben dacht ik toen nog.
Rond een uur of tien gingen de eerste partijen uit. Wopke speelde tegen Wesley Kooistra remise. Het evenwicht werd nooit echt verbroken en er zat niets meer in. Rense kon een mooie overwinning noteren tegen Alle Vlasma en bij Gerke werd alles dichgeschoven, zodat hij met tegenstander Louis Jellema ook remise overeenkwam. Alles ging nog volgens plan.
Wat niet was ingecalculeerd dat Bauke tegen Durk Wassenaar, de partij verblunderde. Beheerst had Bauke eerder een pion gewonnen. Zijn stelling kende eigenlijk geen zwakten. Totdat hij in een afwikkeling (bedoeld naar winst) een vieze penning over het hoofd zag. Bauke wist door een tussenschaakje, zijn toren nog wel uit de penning te redden. Er ging echter wel een pion verloren, wat voor Wassenaar een sterke vrijpion opleverde. Deze was niet meer tegen te houden. De stand was weer in evenwicht.
Henk Broersma bracht de gasten weer op voorsprong. Bijna verprutste Henk het nog tegen Marten Koopmans, maar de Dokkumer had te weinig tijd over om nog goede zetten te bedenken voor de tijdscontrole. De Dokkumer ging ook door de tijd. Zou alles toch nog goed komen?
Willem Woudstra leek Jan Odijk langzaam maar zeker te overspelen. Of zag ik dat te veel door een roze Schaakwoude bril? Van het voordeel dat Willem eerder had was nu echter weinig meer over. Laten we het anders zeggen, zijn aanval sloeg niet door. Willem kwam nu zelfs min of meer verloren te staan. Toch door een mindere zet van Jan Odijk, werd het evenwicht in de partij weer hersteld. We stonden nog steeds voor en we hadden nu nog een puntje voor de overwinning nodig.
Henk vd Heide had opponent Cris Jellema lang onder druk gezet. Voor het slotakkoord had Henk alle zware stukken naar de koningsvleugel gedirrigeerd. De Dokkumer wist alles echter net te keepen. Nu kwam zijn dame vrij, en tot overmaat van ramp pakte hij ook nog een belangrijke torenlijn. Toen de Dame van Chris de stelling van Henk binnendrong was het snel gebeurd. Zouden we nu überhaupt nog wel een half puntje kunnen pakken voor een gelijkspel?
Catrines was als laatste nog bezig tegen de nieuwe voorzitter van de Donger, Bernard Keizer. Catrines stond eerder slecht, maar de aanval van Keizer was niet echt doorgeslagen. De partij kon nu alle kanten uit. De zware stukken stonden nog op het bord, en in beide verdedigingen waren al zware gaten geschoten. Als zij zouden doorspelen, dan zou de partij en daarmee de uitslag van de wedstrijd waarschijnlijk door een blunder beslist worden. Beide spelers hadden ook weinig tijd meer op de klok. Ik stelde Catrines dan ook voor om de tegenstander remise aan te bieden. Zodat we de wedstrijd, mits het aanbod werd aangenomen, niet meer lullig zouden verliezen. Bernard Keizer dacht nog even na, maar hij vertrouwde zichzelf niet in deze stelling. Het remiseaanbod werd daarom aangenomen. Een uitslag waar beide partijen, ook gezien het verloop van de wedstrijd, uiteindelijk mee konden leven.