DAMWALD – Zonder geluk vaart niemand wel, is een
uitdrukking, die soms te pas en te onpas wordt gebruikt. Dit geluk was in de
elfde en twaalfde ronde beslist op de hand van Nathalie Steringa. Eerst was
Wopke Brandsma zo “vriendelijk” een volle toren weg te geven en een ronde later
pakte Henk van der Heide het met zwart niet goed aan. Na de opening, Ponziani,
verspeelde Nathalie enkele tempo’s, waardoor zwart prima kwam te staan. Na de
lange rochade van wit offerde zwart een paard voor twee pionnen. Op voorhand
leek het goed, doch daarna bleek het minder veelbelovend. Van der Heide kon
eeuwig schaak afdwingen, doch dacht nog steeds aan meer en ging in de fout.
Door deze resultaten maakte de debutante een grote sprong op de ranglijst.
Johan Attema speelde een slechte opening tegen Mathijs Visser, die een mooie
centrumpion won, maar in het eindspel dit voordeel niet wist te verzilveren.
Kees Appel moest al snel in de verdediging tegen Pieter van Kammen en leek snel
naar een nederlaag gespeeld te worden. In het middenspel leken er tegenkansen
te komen. Toen zwart twee vrijpionnen kreeg, was het snel gebeurd. Het duel
tussen Gerben van der Heide en Catrines Veenstra was vanaf het begin boeiend.
Wit trachtte via een pion voordeel te behalen, terwijl zwart op de damevleugel
aanviel. Wit dacht z’n slag te slaan nu de zwarte Dame van huis was en offerde
twee stukken voor een mataanval. Eerst kon zwart de mataanval ten kostte van
materiaal keren, maar wit kwam er toch beter uit en won. Johan Cnossen ruilde
alles af wat er af te ruilen was in zijn partij tegen Jan van der Veen en in
een uitgedunde stelling werd de vrede getekend. Bij Henk Kooistra en Jan Meijer
stond na de opening, Dame-gambiet, al snel het bord in vuur en vlam. Door de
lange rochade dacht Meijer meer dreiging te krijgen doch deze rochade pakte
voor zwart slecht uit. Zelf sprak Meijer na afloop van te aanvallend spel, dat
goed was afgestraft door Kooistra.
In de twaalfde ronde kwam Wopke Brandsma niet door de verdediging
van Jan van der Veen. In een Engelse partij kreeg Bauke Vroom al snel druk op
de stelling van Kees Appel. Na het winnen van de d5 pion stond zwart opslag
verloren en een foutieve zet betekende 1-0. De partij tussen Pieter van Kammen
en Henk Kooistra ging heel lang gelijk op; totdat zwart in het eindspel een
foute koningszet deed en een toren verloor: direct opgegeven. Johan Attema
kroop door het oog van de naald in zijn duel tegen Sikke de Haan, die met twee
torens en een loper de rochade stelling van wit bestookte. Attema ruilde zijn
Dame voor twee torens en nu bleek het eindspel van zwart plotseling verloren.
Gerke Ros en Gerben van der Heide kwamen
evenwichtig uit de opening. Wit nam het centrum in bezit, doch zwart
counterde en daardoor raakte het centrum op slot. Beide spelers zagen hierdoor
geen goed plan en deelden het punt.