Door Sven Broersma
De Schaakwoudenaren hebben op 22 maart de frustratie van het op zijn zachtst gezegd niet soepel verlopende KNSB-seizoen enigszins van zich afgespeeld. In Joure legde het eerste team (bestaande uit Gert Jan Rauw, Bart Lemstra, Ronald van der Veen en ondergetekende) met een honderd procent score overtuigend beslag op de eerste plek. Waar bij ons kampioenschap in klasse 3A van de KNSB-competitie vorig jaar gunstige uitslagen bij andere wedstrijden een rol speelden, was dat hier dus zeker niet het geval! Het tweede team (bestaande uit Jan Sybren Zagema, Gerben van der Heide, Evert Drijver en Henk van der Heide) werd uiteindelijk vierde in de tweede ratinggroep.
Daags na onze wedstrijd tegen Lasker 1 in de FSB-competitie werden Bart en ik door Gert Jan, Gerben en Henk opgepikt om naar Joure af te reizen. Onderweg hadden we nog een discussie over mijn toreneindspel van de vorige avond en over het sterke deelnemersveld dit toernooi. Eenmaal aangekomen bleek dat we aan de late kant waren; zodra wij onze plekken innamen in de bedrijfshal (met af en toe de bijbehorende machinegeluiden) werd de eerste ronde gestart met voor ons de onderlinge confrontatie tussen Schaakwoude 1 en Schaakwoude 2. Deze wedstrijd eindigde in een 3-1 overwinning voor team 1, waarbij Jan Sybren (die met 4,5 uit 7 en een TPR van 2078 een uitstekend toernooi speelde) Gert Jan te grazen nam.
In ronde 2 wachtte Philidor 2. Na een remise van Ronald en een overwinning van Bart waren Gert Jan en ik nog bezig bij een 1.5-0.5 voorsprong. Ikzelf speelde een partij die te ingewikkeld is voor dit soort bedenktijd. Na de opening offerde ik met zwart een toren. Hierdoor bleven beide koningen in het midden staan, waarbij de witte koning aanzienlijk onveiliger stond. Wit wist zich echter steeds verder te bevrijden en dwong mijn koning uiteindelijk zelfs helemaal naar d5. Op dit moment dacht wit zijn eigen koning in veiligheid te brengen door kort te rokeren, maar hiermee stond de koning juist direct mat (2,5-0,5). Ondertussen was Gert Jan al de hele tijd druk aan het zetten op bord 2. Op een bepaald moment ging hier echter iets mis, waardoor Gert Jan zijn tweede nul moest laten noteren (2,5-1,5).
In ronde 3 rolde de wedstrijd tegen titelfavoriet Philidor 1 (gemiddelde rating 2137) uit het indelingsprogramma. Door een nederlaag van Bart kwamen we op een 1-0 achterstand. Ronald had een kwaliteit gewonnen, maar het was nog maar de vraag of dit voldoende was voor winst. Ondertussen had ikzelf met wit de volgende stelling bereikt tegen IM Migchiel de Jong.
Er volgde 28. Lf6 Te8 29. Pg4 Pxd5? Zwart denkt gebruik te maken van de witte problemen op de onderste rij, maar brengt hiermee juist zichzelf in de problemen. 30. Lxh4 en zwart kan zich niet meer verdedigen tegen de combinatie van het hangende paard op d5 en de dreigende vork op f6 (1-1).
Gert Jan probeerde ondertussen een minder eindspel remise te houden, terwijl Ronald nog steeds aan het drukken was met de kwaliteit meer. Naarmate het eindspel van Gert Jan vorderde, wist hij steeds meer actief tegenspel te creëren. Met weinig tijd op de klok is dit meestal de juiste strategie, en dat bleek ook nu weer, want pardoes was Gert Jan aan de winnende hand!
Terwijl Gert Jan dit rustig uitschoof kwam Ronald remise overeen (2,5-1,5). Hierdoor stonden we na drie ronden al een matchpunt los van De Donger 1 en Sneek 1 (die onderling gelijk speelden) en twee van Philidor 1.
Hierdoor mochten we het in ronde 4 opnemen tegen Sneek 1, 2 dagen na de FSB-wedstrijd Schaakwoude 1 – Sneek 1. Na een tijdje had Bart met zwart een toreneindspel met 3 tegen 3 pionnen op de koningsvleugel bereikt, waar al gauw tot remise werd besloten, terwijl Ronald zijn partij had gewonnen (1.5-0.5). Naast mij stond Gert Jan al vanuit de opening gewonnen, maar bleek het nog lastig om dit af te maken. Zelf had ik in de opening een onnauwkeurigheid gespeeld, waardoor ik een lelijke pionnenstructuur op de koningsvleugel had moeten accepteren. Hier kreeg ik echter wel actief spel voor terug, en ik kon een steeds groter initiatief tegen de witte koning opbouwen. Uiteindelijk kon ik een kwaliteit offeren voor minstens herhaling van zetten, hetgeen mij gezien de tussenstand een goede optie leek (2-1). Gert Jan maakte tenslotte zijn partij goed af, waardoor we met een 3-1 overwinning op nog een concurrent een reuzenstap zetten naar de titel.
Na een relatief eenvoudige overwinning tegen De Rode Loper (4-0) in ronde 5 stonden we 3 matchpunten voor op Philidor 1 en Sneek 1, die bovendien nog tegen elkaar moesten spelen. Hierdoor hadden we aan 1 overwinning in de laatste twee ronden genoeg om beslag te leggen op de titel. De eerste kans was dus in ronde 6, waarin we tegen Heerenveen moesten spelen. Bart zorgde hier snel voor de 1-0, vanwege sterke vrijpionnen op de a- en b-lijn. Toen Ronald remise overeenkwam en Gert Jan op bord 1 ook won, was de toernooi winst dus binnen! Zelf won ik in de uitvluggerfase middels een mooi pion- en kwaliteitsoffer (eindstand 3,5-0,5).
In de laatste ronde was Lasker 1 de laatste horde. Ronald kwam als eerste remise overeen, terwijl Bart en ik gelijkwaardige stellingen leken te hebben en Gert Jan een pion had weten te winnen. Na remises van Bart en mij wist Gert Jan middels zijn vijfde overwinning op rij de honderd procent score voor het team binnen te halen (2,5-1,5). Waar het in de KNSB-competitie dus telkens net tegen zit, vielen op dit toernooi de scores juist net de goede kant op. Opvallend hierbij is de gelijkwaardige puntenverdeling; Gert Jan, Bart en Ronald 5 uit 7 en ikzelf 6 uit 7.