Wietse speelde met wit aan bord 6 tegen Miklós Hoffer. Hoffer deed in de siciliaanse opening een aantal ongebruikelijke zetten. Wietse probeerde naar het juiste plan te zoeken. En besloot om een pion voor de aanval te geven. Wietse kwam echter bedrogen uit, door de eerder genoemde ongebruikelijke zetten, kwam er niet veel van het initiatief, zijn centrum bleek te zwak. De tegenstander maakte vervolgens goed gebruik van de verkregen ruimte in het centrum en won na een mooie combinatie. (0-1)
Gerben mocht aan bord twee met wit opnemen tegen invaller Geert Jan Rosebeek. De partij bleek al vroeg een wedloop te worden tussen Gerben z’n koningsvleugelaanval en de damevleugelaanval van de zwollenaar. Doordat zwart besloot om te rokeren op de koningsvleugel, kreeg Gerben een tempo. Hierdoor was zijn aanval eerder. Gerben won een pion en verkreeg positioneel een prachtige stelling, zwart was volledig geneutraliseerd. Gerben probeerde nog even zijn stelling te verbeteren, maar toen hij hier geen mogelijkheden toe zag, mocht de g-pion opstomen. Deze opmars bleek effectief. (1-1)
Jan Sybren stond gedurende zijn partij lange tijd minder, doordat de opening hem voor enkele lastige vraagstukken stelde. Christian Wijnia had met de zwarte stukkenveel druk gekregen op de c-pion. Een plan vinden leek voor wit een hele opgave. Gelukkig stond de zwollenaar een tactische truc toe. Toch leek de boel verkeerd af te lopen, maar plotseling kreeg Jan Sybren de geest en vond een aantal goede zetten. In een paard versus loper eindspel bood hij remise aan. Of dit de beste keus was bleef tijdens de analyse onduidelijk. (1,5-1,5)
Sjoerd moest tegen Ferdinand Binnendijk met de zwarte stukken. Al vroeg kreeg hij een paard voor een loper. Normaliter een klein voordeeltje voor de tegenstander. Door een onsecure zet monde deze partij inderdaad uit in een loper versus paard eindspel, waarin de loper de betere was. Jammer, want remise was zeker binnen handbereik. (1,5-2,5)
Henk speelde aan bord 7 tegen invaller Casper Balder. Hij belandde in een zogenaamde IQP-stelling. Dat wil zeggen een stelling met een geïsoleerde damepion. Henk zijn tegenstander speelde met deze pion. Normaliter is dan het plan om gebruik te maken van verkregen ruimteoverwicht om een koningsaanval te plaatsen. De andere partij probeert dan zoveel mogelijk stukken af te ruilen tot er een batterij op de d-lijn gezet kan worden. Vervolgens word dan de e of c-pion opgespeeld en gaat deze isolani verloren. Henk zijn tegenstander had lang een behoorlijke activiteit, maar speelde al snel zonder dame. Alras waren de actieve zetten op en nam Henk het heft in handen, door een pionnenmars op de damevleugel. De tegenstander gaf op toen deze onhoudbaar bleek. (2,5-2,5)
Bart speelde aan bord drie tegen Boris de Jonge. Wonderlijk genoeg ontstond er vanuit een zogenaamde ‘open spel’ een zeer gesloten stellingstype. Bart gaf op een gegeven ogenblik zelfs een toren voor een licht stuk. Zijn tegenstander leek namelijk weinig mogelijkheden om de stelling open te breken. Toch werd deze gevonden. De gebrekkige coördinatie van Bart zijn dame en toren lieten een krachtig torenoffer toe. Door een foute koningszet van Bart, volgde een versneld einde. (2,5-3,5)
Ronald speelde op bord 1 tegen invaller Jin Zhao Hu. Het bleek dat zijn tegenstander beter thuis was in de opening dan Ronald. Ronald kwam bedrukt te staan en koos daarom ervoor om een pion te geven. Gedurende het vervolg van de partij pakte Ronald een aantal afruilen iets beter aan waardoor hij het eindspel inging met een pion meer en loper versus paard. Dit werd vakkundig uitgespeeld. (3,5-3,5)
Roel speelde aan bord 4 de langste partij van de dag. Al snel waren beide heren in een eindspel terecht gekomen. De torens werden gedurende dit eindspel geruild, en alleen pionnen en paarden bleven over. Het paard van Roel zijn tegenstander, Ronald Keizer, had een heel klein beetje meer activiteit dan het paard van Roel. Roel onderkende dit. Hij ruilde diverse pionnen af, waardoor het mogelijk werd richting het eind om het paard voor de laatste pion te geven. (4-4)
Een uitslag waar we van te voren voor getekend hadden, en tijdens het partijverloop ook. Toch was er ook sprake van enige teleurstelling door enkele gemiste kansen. Feit is dat we nu hartstikke veilig zijn en nu gaan proberen zo hoog mogelijk te eindigen. Niet slecht voor een ploeg welke op rating als negende ingeschat werd.
Schaakwoude ZSG
Veen van der, R. (Ronald) 1952 Hu , J.Z. (Jin Zhao) 1548 1 – 0
Heide van der, G. (Gerben) 1902 Rosebeek , G.J. (Geert Jan) 1466 1 – 0
Lemstra , B. (Bart) 1960 Jonge de, B.S. (Boris) 2066 0 – 1
Hazenberg , R. (Roel) 1953 Keizer , R.J. (Ronald) 2068 ½ – ½
Hoekstra , S. (Sjoerd) 1992 Binnendijk , F.C. (Ferdinand) 2086 0 – 1
Jong de, W.P.J. (Wietse) 1888 Hoffer , M.G.A. (Miklós) 1932 0 – 1
Broersma , H. (Henk) 1860 Balder , C. (Caspar) 0 1 – 0
Zagema , J.S. (Jan Sybren) 1828 Wijnia , C. (Christian) 1841 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1917 Gemiddelde Rating: 1858 4-4