Zaterdag 26 september mocht Schaakwoude voor het eerst in vier jaar weer aantreden in de landelijke competitie. In klasse 3A gaat het vlaggenschip proberen om handhaving te bewerkstelligen.
Onder deskundig toezicht van wedstrijdleider Rick Weggen mochten om 12:00 de twee teams los. Al spoedig stonden er enkele borden in brand.
Op bord 6 waar Gerke Ros met wit tegen Johan Adema speelde werd na de opening een gesloten stelling bereikt waarin het geschut achter de linies veelvuldig verplaatst werd. Gerke bleek in staat zijn zetten sneller uit te voeren, dan de kasteelheer. Hij zag echter geen kans om een mooie bres in de zwarte stellingen te slaan. 0.5 – 0.5
Aan bord twee trof Bart een oud toernooi winnaar, namelijk Albert Jan Hummel. Bart kwam iets beter uit de opening, maar reageerde niet goed op de orginele plannen van de DTK’er. Toen Bart enkele kleine dingetjes over het hoofd zag, mocht hij blij zijn dat de stelling in evenwicht bleef. 1 – 1
Witspeler Wietse keek op bord 8 na de opening tegen een stelling aan waarin de zwarte koning nog in het midden stond. Hij probeerde deze stelling onder vuur te nemen. Maar kon het goede plan niet vinden. Zwartspeler van der Zwaag ging in de tegenaanval, maar ging mee in het snelle speeltempo van Wietse en verspeelde hierdoor een paard en de partij. 2-1
Jan Sybren (zwart) trof aan bord 7 Wouter van de Griendt. Er kwam een relatief tamme openingsvariant op het bord. Zwart kreeg hierdoor al snel de mogelijkheid om het openingsvoordeel van wit teniet te doen. Jan Sybren won in het eindspel een pion. Maar toen de witte stukken de zwarte koningstelling vast gezet hadden, kon de schaakwoudenaar geen voortgang meer boeken. 2.5 -1.5
Gerben trof aan bord 5 Pieter Bronsema. Beide heren, zouden achter het bord gaan uitmaken wie vandaag de beste schakende bouwkundige zou zijn. Beide heren waren al spoedig een mooi fort aan het bouwen. Toen beide heren aan tegengestelde zijde rokeerden, plaatste Pieter een pionoffer voor een hafopen lijn tegenover de zwarte koningsstelling. Met dit pionoffer gaf hij Gerben ook de mogelijkheid om zijn paard te pennen en vervolgens een combinatie uit te voeren, welke de kasteelheer uiteindelijk een kwaliteit en een pion kostte. Gerben moest nog een poos goed opletten, maar dit voordeel vertaalde zich even later in partijwinst. 3.5 – 1.5
Roel Hazenberg speelde op bord 4 tegen Joost van Dam. Roel greep met wit zijn tegenstander al spoedig bij de keel. Hij zadelde van Dam met verscheidene verzwakkingen op en vertaalde deze later door middel van een mooie tactiek naar winst van zijn partij en het team. 4.5 – 1.5
Sjoerd Hoekstra mocht op bord drie met zwart aantreden tegen Bruno Jelic. Sjoerd zat na de opening met ietwat minder bewegingsvrijheid maar kon wel tegen een achterwaartse witte centrumpion spelen. Jelic probeerde aan te vallen, maar zijn aanval miste slagkracht. Sjoerd kreeg tegenspel in het centrum van het bord. Spijtig genoeg miste hij hier enkele kansen alvoor hij berustte in een gelijkspel. 5 – 2
Op bord 1 mocht Ronald van der Veen met zwart aantreden tegen Jeroen Weggen. Op een vrij curieuze manier transformeerde de opening vrij laat naar een zeer theoretische openingsvariant. De kasteelheer bleek alras wat meer kennis te hebben over deze variant, mag zag toch Ronald een pionnentje oppikken. Dit deerde de kasteelheer niet, hij mocht verder gaan met z’n aanval. Ronald verdedigde verwoed. Miste een kans om gelijk te maken en werd spoedig gedwongen een kwaliteit te geven. Weggen speelde beheerst verder en zadelde in het verre eindspel Ronald met een nul op. 5 – 3
Zowaar een zeer mooie start van Schaakwoude I in de KNSB.
Niet in het minst mogelijk gemaakt door onze bewierookte penningmeester, welke zo vriendelijk wou zijn om voor de catering te zorgen.
Schaakwoude (1949)- De Twee Kastelen (1950) 5 – 3
1. Ronald van der Veen (1996) – Jeroen Weggen (2145) 0 – 1
2. Bart Lemstra (2045) – Albert Jan Hummel (1988) 0.5-0.5
3. Sjoerd Hoekstra (1990) – Bruno Jelic (1971) 0.5-0.5
4. Roel Hazenberg (1997) – Joost van Dam (1969) 1 – 0
5. Gerben van der Heide (1935) – Pieter Bronsema (1902) 1 – 0
6. Gerke Ros (1931) – Johan Adema (1913) 0.5 – 0.5
7. Jan Sybren Zagema (1857)- Wouter van de Griendt (1865)0.5 – 0.5
8. Wietse de Jong (1839) – Bas van der Zwaag (1850) 1 – 0
Prima uitslag en verslag!