Op zaterdag 17 april werd door een viertal Schaakwoudenaren de vierde en vijfde ronde van de online KNSB bekercompetitie gespeeld. Hoewel, een viertal? Met nog minder dan een minuut te gaan tot de start van ronde 4 is de belangrijkste vraag: waar is Folmer? We zullen er niet achter komen, maar wat we wel weten, is dat we gelijk tegen een 2-0 achterstand aankijken. Het is aan Bart, Gert Jan en Jan Sybren om er nog wat van te maken. Onze tegenstander deze ronde is SISSA uit Groningen, een team dat Schaakwoude 1 al diverse malen heeft gedwarsboomd in de derde klasse van de ‘echte’ KNSB competitie.
Op het eerste bord heeft Gert Jan het lastig tegen Edim Salihbegovic. Een aanval op zijn koning weet hij te pareren, maar met een zwarte toren op zijn tweede rij wordt hij stevig onder druk gezet. Zwart weet twee pionnen op de damevleugel te winnen, maar Gert Jan slaat terug op de koningsvleugel. Beide spelers krijgen vrijpionnen, maar wits vrije g-pion loopt hard. Te hard voor zwart zo blijkt, want hij wordt gedwongen zijn goede loper op te geven voor de pion. De partij wordt vervolgens vakkundig door Gert Jan afgemaakt. In de tweede partij mag Gert Jan opnieuw zijn verdedigende kunsten tonen. Al gauw wordt een eindspel met gelijke lopers bereikt, met een extra pion voor de tegenstander. Ondanks de aanhoudende druk laat Gert Jan zich niet van de wijs brengen en eindigt de partij in remise.
Jan Sybren bevindt zich vandaag op bord twee. De eerste partij met zwart tegen Kenneth Muller is een zwaar gevecht. Wit start een koningsaanval, maar Jan Sybren slaat terug op de damevleugel. Beide spelers weten stukken van elkaar buiten te sluiten en de vraag is nu wie zijn stukken het beste weet te positioneren. Tientallen zetten spelend op de extra tijd van vijf seconden per zet geven beiden geen krimp. Uiteindelijk ontaardt de partij in een zetherhaling. In de tweede partij weet Jan Sybren zwart behoorlijk onder de duim te houden. Een zwarte pion gaat verloren, maar de partij omzetten naar winst is een ander verhaal. Opnieuw komen beide spelers in tijdnood, opnieuw resulterend in zetherhaling en remise.
Bart neemt het op bord drie op tegen Gert Jan Haan. In de opening verspeelt hij al snel een pion, die niet lang daarna wordt teruggegeven door zijn tegenstander. Bart weet een sterk centrum op te bouwen, maar zwart weet serieus tegenspel te creëren op de damevleugel. Opnieuw komt Bart een pion achter te staan. In tijdnood ruilt zwart echter het laatste paar torens, waardoor het eindspel met ongelijke lopers vrijwel meteen remise is. In de tweede partij ontstaat een ingewikkelde tactische stelling. Wit verbruikt ontzettend veel tijd, maar weet wel in het voordeel te komen. Even lijkt Bart een paard te winnen, maar zijn tegenstander heeft alles goed doorgerekend. Bart wordt gedwongen een kwaliteit te geven, waarna hij vrijwel kansloos is. Wits tijdnood brengt geen verandering in het resultaat.
Zodoende eindigen de partijen dus in 3-3, wat op zichzelf bekeken een prima resultaat is. Dankzij de reglementaire twee nullen door het ontbreken van Folmer komt de eindstand dus uit op 3-5. Op naar de vijfde en laatste ronde, nu wel met Folmer. De tegenstander is schaakclub Botwinnik uit Zoetermeer, met wie we nog strijden om de derde plek. Op papier lijken ze niet zoveel beter dan ons team, wellicht kunnen we voor een verrassing zorgen.
Gert Jan mag het opnemen tegen Wouter Bik, spelend onder de naam ‘Bikfoot’. Dat dit geen kleine jongen is, blijkt wel uit de eerste partij. Al vrij vlot verliest Gert Jan een pion. Hij lijkt tegenspel te krijgen via de a-lijn, maar schiet zichzelf in de voet met de ongelukkige positie van zijn paard. Een uiterst dubieus paardoffer volgt, wat uiteindelijk gewoon materiaalverlies blijkt te zijn. Het gaat van kwaad tot erger en de eerste nul is een feit. In de tweede partij ontstaat er chaos wanneer Gert Jan een stuk geeft tegen drie pionnen. Het extra stuk voor zwart laat zich gelden, maar in het gecompliceerde vervolg weet Gert Jan een pion door te drukken naar de achterste rij. Zijn extra dame kan echter niet voorkomen dat hij wordt matgezet.
De eerste partij tussen Jan Sybren en Arno van der Lubben blijkt een ingewikkelde aangelegenheid. Zwart probeert druk te zetten vanaf de damevleugel, maar Jan Sybren komt met een ijzersterke zet in het centrum. De partij lijkt zijn kant op te draaien, maar het vervolg wordt te agressief gespeeld. Het voordeel is verdwenen en nu is het aan zwart om op de witte koning te jagen. De controle van de witte torens over het centrum maakt geen verschil. In tijdnood komt zwart er toch doorheen. De tweede partij wordt eveneens een uitputtingsslag. Wit heeft een ruimteoverwicht, maar Jan Sybren weet alle dreigingen te stoppen. Wit wil te graag en blundert prompt een stuk weg. Niet lang daarna had wit kunnen opgeven, maar uit pure frustratie rekt hij de partij nog bijna 50 (!) zetten totdat hij mat staat.
Dat laatstgenoemde overkomt ook Bart in zijn eerste partij tegen Rogier Zoun. Een slecht gespeelde opening van wit levert Bart binnen no time een extra stuk op. Niet lang daarna volgt stuk nummer twee, maar opgeven ho maar. Ook hier eindigt de partij pas wanneer wit mat staat. In de tweede partij komt Bart uitstekend uit de opening. Een onverwachte counter van zwart lijkt Bart de kwaliteit te kosten, maar hij lost het verkeerd op, waardoor hij juist een stuk verliest. Even lijkt eeuwig schaak na stukkenruil nog mogelijk, maar zwart weet de witte dame van de koning af te houden. Ook op dit bord dus een comeback voor de zwartspeler.
Eindelijk komen we aan bij Folmer. Kan hij het verschil maken? De eerste partij tegen Yde van Deutekom is in ieder geval knotsgek. Op zet 11 staat de witte koning van Folmer op a4! Zwart weet hier desondanks in eerste instantie niet van te profiteren. Niet lang daarna gaat er als gevolg van de verdwaalde koning toch een stuk verloren. Is de partij daarmee voorbij? Zeker niet! Folmer houdt stand en weet af te wikkelen naar een toreneindspel met een pion voor de loper, waarbij de resterende pionnen op dezelfde vleugel staan. Hij weet zelfs een vrije h-pion te creëren. In het curieuze vervolg kan zwart ondanks zijn extra stuk geen vooruitgang boeken en eindigt de partij in remise. In de tweede partij verliest Folmer de kwaliteit, maar weet hij opnieuw zware tegenstand te bieden. Uiteindelijk komt zwart er toch doorheen.
Zo eindigt de laatste wedstrijd in 2,5 – 5,5, wat een groter verschil lijkt dan dat het in de praktijk was. Hiermee eindigt Schaakwoude op de vierde plek in de poule, wat een degelijk resultaat is. Veel meer dan dit viel er eigenlijk niet uit te halen. Als we kijken naar de individuele resultaten, dan blijkt dat met name Bart en Jan Sybren goed hebben gescoord, met respectievelijk 4,5 en 5,5 uit 10 tegen veelal sterkere tegenstanders. Voor Folmer, Gert Jan en Ronald geldt echter ook dat ze prima resultaten hebben laten zien.