Ga naar de inhoud

Schaakwoude 3e van de hoofdklasse na nette overwinning op Philidor II

Ons eerste FSB-team bestond het afgelopen seizoen uit 5 man. 3 hiervan konden gewoon spelen maar de ratingsterkste Ronald kon helaas niet meedoen. Ook Evert liet verstek gaan. Gelukkig wou Folmer wel invallen. Vooraf was de verwachting dat we de underdog zouden zijn, want zij hebben normaal een team van 5 welke al sterker is dan ons eerste FSB-team. Met kleppers zoals Marcel Vermaat en de altijd lastige Eelke Heidinga en Egbert Wind zou het voor ons erg moeilijk worden zo. Zij bleken echter ook verzwakt ten opzichte van hun basisteam, al hadden ze op elk bord nog steeds een ratingoverwicht. Vooraf beschouwden we een nipt verlies dan ook als een goed resultaat. Het liep echter anders.

Het eerste bord waar al snel tekening in de strijd kwam was bord 3:

Gerke Ros (1829) – Harmen Visscher (1855)
Gerke (zwart) verdedigde zich in eerste instantie goed tegen de witte opening. Hij maakte echter een volgordefout door eerst zijn paard te ontwikkelen in plaats van zijn loper. Het gevolg op zijn ontwikkeling bleek dramatisch te zijn. Toen Gerke nog bezig was zijn ‘loperprobleem’ op te lossen kon zijn tegenstander vrijuit goede zetten doen. Gerke kreeg dan ook spoedig een aanval over zich heen. Zo ontstond er al spoedig een matdreiging voor wit. Gerke probeerde dit te keren, maar maakte een fout. Stukverlies was niet te voorkomen. Gerke dacht erover na om zich mat te laten zetten, maar zag plots een pionvorkje waardoor hij zijn paard “offerde” . Er was van alles mogelijk na deze zettenreeks. De meeste voortzettingen leken voor zwart niet goed te zijn, maar wit had ook een probleem. In verschillende varianten dreigde mat achter de paaltjes. Toen één van deze varianten ter tafel kwam kon Gerke door een pion terug te winnen de remisehaven bereiken. ½-½
Hierna duurde het nog een hele poos voor de volgende partij eindigde, dit bleek aan bord 4 te zijn:

Folmer Heikamp (1734) – Jacques Malschaert (1841)
Folmer opende onconventioneel tegen Jacques Malschaert en kwam vrij goed uit de opening. De heren toverden een open en vrij gelijke stelling op het bord. Malschaert kwam op een gegeven moment met zijn dame in het midden van het bord staan. Dit leek gevaarlijk maar er zat niet echt een voordeel in. Wel kwam er wat druk op zijn stelling te staan. Deze druk bleek voldoende om een tactische fout af te dwingen. Folmer wist een toren en een loper te ruilen tegen een zwarte dame en pion. Het eindspel moest wel behoorlijk nauwkeurig gespeeld worden, maar uiteindelijk was het materiële voordeel genoeg om de winst te pakken.

Gerben van der Heide (1984) – Rein de Boer (2009)
Gerben (zwart) kon na 8 zetten niet meer bedenken hoe zijn opening verder ging en was op zichzelf aangewezen. Rein had het initiatief en zwart kon niet de beste zetten vinden. Wit nam zo het heft steviger in handen. Gerben probeerde dit te counteren door zijn loper te geven voor een wit paard. Dit leek te lukken, zwart kreeg hier echter witte druk op de achterwaartse e7 pion voor terug. Wel moest wit een dubbelpion toestaan om dit te bereiken. De stelling leek zo ongeveer gelijk maar doordat Gerben meende dat f6 en betere zet was dan Kg8, kreeg de Leeuwarder positioneel voordeel. Dit leek in het eindspel te worden verzilverd door wit. Op de één of andere manier gebeurde dit niet doordat Rein een minder plan koos. Gerben kon nu remise maken toen Rein de zwarte randpion won, door de witte koning vast te zetten met zijn zwarte koning.

Mathijs Visser (1874) – Oene Schriemer (1961)
Vanuit mijn beleving begonnen de heren met een redelijk onregelmatige opening. Al leek deze later wel te transformeren naar wat meer gangbaars. Toen de stelling eindelijk wat meer normaal leek op zet 16, hadden beide spelers veel tijd verbruikt. Schriemer had nog 20 minuten en Mathijs 30 seconden. De Leeuwarder besloot op deze zet zijn paard af te ruilen voor Mathijs zijn witte paard op e5. Mathijs nam deze met de f-pion en kreeg zodoende een open lijn en een ruimteoverwicht op de koningsvleugel. Daar het witte centrum vooralsnog stabiel leek te zijn, ging Mathijs ervoor om een koningsaanval op te bouwen. Schriemer probeerde deze te frustreren met zijn dame. Deze werd echter weer in zijn hok gejaagd en zo won Mathijs verscheidene tempo’s, zonder dat de Leeuwarder voldoende tegenspel genereerde. Toen Mathijs het mooie Tf6 kon spelen, bleek materiaalverlies voor zwart onafwendbaar.

Twee witte torens verdwenen van het bord, maar ook een zwarte dame en 3 pionnen. Al gauw bleek de witte pion op e5 te kunnen doorlopen naar de achterlijn en was het over en uit. Een nette overwinning voor Mathijs.

Het kan verkeren
De eerlijkheid gebied te zeggen, dat zowel op het bord van Gerben, Gerke en Mathijs de tegenstander ergens een moment leek te hebben om te profiteren van een mindere zet van één van de onzen. Dit gebeurde niet, daar zijn we dan ook blij mee. Als teamcaptain deze wedstrijd ben ik erg blij met knappe overwinning van Mathijs en invaller Folmer tegen spelers met een fors betere rating. Al moet het wel van mijn hart dat het tijdgebruik van Mathijs in deze partij me ook wel weer de stuipen op het lijf heeft gejaagd.

Onrecht jegens Philidor II?
Beetje raar was voor mij wel dat Philidor II, hiermee schijnt te degraderen uit de hoofdklasse. Dit omdat een aantal teams welke om begrijpelijke reden niet gespeeld hebben, de voor hun zo’n beetje gunstigste uitslagen in de schoot geworpen krijgen. Daarmee voelt het vreemd en onrechtvaardig voor mij richting Philidor II dat er sprake gaat zijn van degradatie. Zeker ook omdat de waarschijnlijkheid dat onze wedstrijd er in de degradatiestrijd toe zou doen klein zou zijn. De eerlijkheid gebied mij ook te zeggen dat ik geen idee heb, hoe het wel zou moeten. In ieder geval hulde aan hen dat men deze wedstrijd wel wou spelen, want we doen het tenslotte toch voor een leuke schaakpartij.

Seizoensevaluatie
Derde na een seizoen waarin onze sterkste basisspeler Ronald weinig beschikbaar was, terwijl we zonder hem misschien wel als 6e ingeschaald waren, kunnen we niet anders dan een nette prestatie noemen. Persoonlijk ben ik blij met de ontwikkeling van Mathijs. Hoogtepunten waren mijns inziens zijn overwinningen op Murk Viersma en Oene Schriemer. Hij lijkt toch jaar op jaar iets beter te worden. Gerke en Evert hadden cijfermatig een iets minder dan gemiddeld seizoen, maar de laatste wist toch als één van de twee een half puntje af te snoepen van de topscoorder van de hoofdklasse FM Maarten Etmans. En het is uiteraard niet erg makkelijk schaken met tegenstanders als Philidor 1 en Lasker 1. Gerke was uiteraard gewoon weer degelijk, maar ook een tikje ongelukkig . Persoonlijk kan ik bogen op een seizoen welke mijn verwachtingen overtrof. Na de afgelopen twee seizoenen een neergaande lijn te hebben ingezet, waarbij het persoonlijk dieptepunt een verlies en een remise tegen Wesley Bloemsma was, heb ik me dit jaar hiervoor weten te revancheren. Hoogtepunt voor mij was wel de remise tegen Sikko Ros. Maar het meest trots ben ik wel op de nette teamprestatie, wederom 3e Chapeau!

Advertenties geblokkeerd