SCHAAKWOUDE I WINT VAN TEGENSTRIBBELEND D.S.C.
Vooraf kon gesteld worden dat Schaakwoude I duidelijk de favoriet was voor deze wedstrijd, te meer ook omdat Schaakwoude II ook in staat bleek om van DSC I te winnen. Toch bleek een ruime overwinning wat te veel gevraagd.
Roel Hazenberg – Ronald van der Veen (z)
In een rustige opening kreeg wit iets meer ruimte, met beide een loperpaar en een gesloten stelling werd er vrij snel tot een remise besloten. te meer ook omdat het erop de borden van Gerben en Willem het er al goed uit zag. (0,5–0,5)
Jan Anne Hogendorp – Wietse de Jong (w)
Hierop volgde al vrij snel een verrassende uitslag. In een zijvariant van het frans wist wit niet meer precies de juiste zettenopbouw en koos voor een ogenschijnlijk rustige voortzetting. De heren leken aan elkaar gewaagd. Maar toen wit een aanval van zwart wat onderschatte, bleek er een combinatie mogelijk waardoor de cruciale verdediger op de koningszijde uiteindelijk het veld moest ruimen. Hierna volgde het sterke Dh4, waardoor wit niet anders kon dan een dame geven om mat te voorkomen. (1,5 – 0,5)
Jacob Moraal – Willem Woudstra (z)
Wit dacht na zwart zijn d5 een pion te kunnen winnen. Dit lukte ook, maar vervolgens bleek het paard in een val getrapt, het zat klem. Het sloeg verwoed om zich heen en twee andere boeren werden het slachtoffer van zijn hoeven, maar toen had een derde boer het paard te pakken. Vervolgens was deze pion in staat op te marcheren naar d3. Op dit moment had wit weliswaar 3 vrijpionnen maar de pion op d3 samen met zwart zijn paard bleken in het eindspel veel sterker. (1,5 – 1,5)
Jelmer de Haan – Henk Broersma (w)
Al gauw leek wit door zijn centrum iets beter, maar toen zwart zijn paard in het centrum bracht en de loper van zwart op a6 een hele mooie lijn kreeg, moest wit gedwongen zijn paard naar achterlijn halen. Zwart ruilde zijn beste loper af tegen dit paard en ruilde ook zijn centrum paard tegen paard van wit, waarna wit een dubbelpion overhield. Daartegenover stond wel dat wit het loperpaar bemachtigd had. Zwart wou vervolgens een aanval creëren door zijn pion naar f5 te schuiven, wit hield dit tegen door een pion hier tegenover te zetten. Doordat deze tegelijk het paard op e5 aanviel, moest deze vertrekken en was wit in staat de e4 pion naar e5 te schuiven. Dit leverde groot ruimte voordeel op in het centrum. Wit domineerde al spoedig de d- en e- lijn. Pionwinst volgde dan ook al gauw. Toen wit een poging deed om zwart in een matval te laten trappen werd deze doorzien. De drachtster koos ervoor om wat stukken af te ruilen waardoor Henk een gewonnen eindspel over hield. (1,5 -2,5)
Hans Dokter – Gerke Ros (w)
De drachtster sloeg al spoedig met een paard Gerke zijn loper op g3. Weliswaar kreeg hij hierdoor het loperpaar, maar Gerke had een open h-lijn. De toren op deze lijn keek naar een aantal vooruitgeschoven pionnen waarachter de zwarte koning zich verschool. Hierdoor werd later de diagonaal b1-h7 heel belangrijk. Gerke was in staat deze diagonaal te pakken en viel met veel stukken de zwarte koningsstelling aan. Hierin waren te veel zwaktes ontstaan. Zelfs dameruil helpte de drachtster niet. Gerke won al spoedig een toren en daarmee de partij. (1,5-3,5)
Wim van Zeijl – Gerben van der Heide (z)
Gerben wist al spoedig in een koningsindiër de koningstelling van wit aan te vallen. deze voelde zich zo bedreigd dat hij besloot de angel uit de aanval te halen door zijn loper voor een paard te geven. De zwarte dame vertrok al spoedig weer naar de andere zijde van het schaakbord om een paard aan te vallen. De witspeler dacht een handige zet te doen door dameruil aan te bieden op c3. Maar zwart zag een duidelijk positioneel voordeel en zadelde wit op met een dubbelpion. Deze werd een zet later al bestookt en door een mooie combinatie (paardoffer) werden vervolgens een loper en 2 pionnen gewonnen, waarna een gewonnen eindspel over bleef waarin zwart zijn techniek mocht demonstreren. (1,5 – 4,5)
Frank Schuurmans – Bart Lemstra (w)
Bart had al spoedig zijn tegenstander onder druk. Schuurmans verdedigde echter met verve. Toch leek Bart in het eindspel de winst naar zich toe te halen. Maar doordat de topper van DSC in wederzijdse tijdnood handig zijn toren op de 7e rij had geposteerd kon Bart remise niet voorkomen. Na de partij bleek dat er zelfs nog een winstvoering voor de Drachtster mogelijk was, terwijl Bart tot dat moment steeds de betere leek te zijn. (2-5)
Gerard Baars – Henk van der Heide (z)
Henk trof op bord 8 de 3e man van DSC. Hij kwam prima uit de opening, maar langzaamaan leek wit wat meer grip op de partij te krijgen. Toen Henk de partij compliceerde, met interessante dreigingen over en weer, moest wit een paar keuzes maken. Dit bleken vervolgens de juiste keuzes want Henk ging tegen het einde van de klok mat. (3-5)
Door de afwezigheid van het jongste talent van Schaakwoude I, traden we aan met Henk Broersma op bord 7. Voorwaar alweer een goede invaller. Tot nog toe hebben de 4 invallers uit het tweede een score van 3,5 uit 4 in het eerste team gehaald. Waarmee ze dus een belangrijke bijdrage leveren aan de overwinningen van het eerste team. (alleen in de eerste wedstrijd werkte men niet echt mee 😉 )