Op 9 januari 2020 mocht het eerste FSB-team bestaande uit Ronald, Gerke, Matthijs en Evert aantreden tegen Emmeloord. Maar Ronald had al in een vroeg stadium gemeld niet beschikbaar te zijn deze ronde. Hierdoor had Gerke, Gerben opgetrommeld. Helaas bleek in de ochtend dat Mathijs ook niet kon spelen. Gelukkig werd Gert-Jan op dergelijk korte termijn nog bereid gevonden om in te vallen. Gezien het nog te volgen programma van Schaakwoude I misschien wel de beste kans om het aantal wedstrijdpunten te vergroten.
Gerke speelde op bord 4 tegen Nico Lemson. In de opening gebeurde er niet veel. Hierna was voor zwart de vraag hoe zijn laatste lichte stuk (een loper) in het spel te brengen, hij koos ervoor om deze zo neer te zetten, dat er een afruil van lopers zou komen. Hierbij verloor zwart een centrum pion, maar won door een tussenschaak de pion op h2. Alles weer in evenwicht, maar volgens de grootmeesters is een centrum pion net iets meer waard dan een randpion. Het belangrijkste verschil was dat wit nog een loper had en zwart een paard (ook waren er nog 4 torens op het bord). Wie stond nu beter? Naderhand bleek dat beide partijen wel vertrouwen hadden in een goede afloop. Zover ging de partij niet, want door een profylactische torenzet, er was een losse pion die wellicht verdediging nodig had, ontstond er een stelling die al snel tot materiaal verlies zou leiden. Wat was er aan de hand? De witte centrumpion die geen tegenstander had, kon namelijk opgeschoven worden en had hierbij het paard aanvallen. Zodra het paard op de vlucht zou slaan, maakte het pionnetje nog een stap naar voren en zou dan beide torens in het vizier hebben. Zwart gaf na de pionzet op. (1-0). Bij het naspelen zonder de gemaakte fout, wist zwart te winnen.
Gert-Jan speelde op bord 1 met zwart tegen Rob Kamminga. Vanuit de opening werden al rap een dameruil voorgesteld door wit. Deze aanbieding tot ruilen werd vergezeld met een remiseaanbod. Gert-Jan weigerde en ruilde de dames. Is dit een tegenstelling in zichzelf? Gert-Jan vond van niet en probeerde dit aan te tonen, elke keer dat wit een ruil aanbood ging Gert-Jan dit uit de weg. Hierdoor verkreeg Kamminga een goede stelling welke zichzelf speelde. Met zwart vergde het echter bloed zweet en tranen om het allemaal goed te kunnen doen. Toen zwart geen goede voortzettingen meer vinden kon donderde de stelling als een kaartenhuis in elkaar.
Gerben speelde op bord 2 tegen Frank Hoogenboom. Vanuit een gesloten structuur probeerde Frank Hoogenboom druk te zetten op Gerben zijn damevleugel. Er werd door wit geantwoord met een offensief op de koningsvleugel. Wie zou het snelste zijn? Het was onduidelijk. Over de a1-h8 diagonaal verdween op zet 20 het eerste materiaal met beide hun zwarte loper. De zwarte velden rondom de zwarte koning waren nu iets verzwakt. Om te voorkomen dat wit f5 kon spelen deed zwart dit en zijn toren kwam vervolgens wat klem te staan. Gerben had het al vroeg mooi kunnen afmaken, maar hield iets te vroeg op met rekenen en speelde wat anders. Gerben hield echter iets druk op de tegenstander. De problemen op zijn damevleugel werden opgelost en er leek niks aan de hand tot Gerben een klein foutje maakte, gelukkig profiteerde Hoogenboom niet en werd het voordeel hersteld. Uiteindelijk kwam er in wederzijdse tijdnood een stelling op het bord waarin zwart geen vin verroeren kon en ging deze door de vlag. 2-2
Evert speelde nou nog op bord 3 tegen Tromp Willem van Urk en het zag er niet goed uit. Hij mishandelde de opening namelijk lichtelijk. Hierdoor kreeg wit een iets betere stelling dan normaal, doordat een loper op d5 mobiliteitsproblemen veroorzaakte voor de zwarte toren op a8. Evert speelde iets te snel f5 waardoor hij zijn b-pion verloor. Vervolgens zag het er allemaal nog wel aardig uit voor Evert, maar de pion meer gaf uiteindelijk de doorslag in emmeloorder voordeel.
Schaakwoude I | Emmeloord I | |||
---|---|---|---|---|
Gert-Jan Rauw | 2112 | Rob Kamminga | 1971 | 0-1 |
Gerben van der Heide | 1919 | Frank Hoogenboom | 1954 | 1-0 |
Evert Drijver | 1791 | Tromp Willem van Urk | 1811 | 0-1 |
Gerke Ros | 1888 | Nico Lemson | 1840 | 1-0 |
1928 | 1894 | 2-2 |