Door Jan v/d Veen
DAMWOUDE – Na het derde speeluur waren de meeste partijen in de vierde ronde vrij snel afgelopen. Erevoorzitter Andries Meijer had toen al enkele oefenpotjes met mevrouw Hiemstra gespeeld, die in de reguliere partij te snel haar Dame in het spel bracht in plaats van eerst haar lichte stukken te ontwikkelen. Dit bekwam haar slecht, omdat ze na de zevende zet de vorstin verspeelde en de krasse 90-er alles snel afruilde. In een open partij verspeelde Sikke de Haan tegen Pieter van Kammen in het middenspel een licht stuk. Na een foutieve koningszet volgde een paardvork en kon zwart opgeven. Folmer Heikamp opende agrssief tegen Auke van der Zee, die geen moment in de partij zat. Na dameruil bleek hoe kwetsbaar men is als de eigen stukken nog tot ontwikkeling gebracht moeten worden. De beide viervoeters van wit waren een ware plaag voor zwart. In het eindspel gaf zwart een licht stuk weg. Al snel vond er in de partij tussen Klaas Stellema en Bauke Vroom een grote afruil plaats en Bauke meende door een pion te geven meer aanvalskansen te krijgen, doch toen bleek dat Stellema nog meer stukken kon afruilen, de stelling – met elk een licht stuk en pionnen – nog meer vervlakte en het punt werd gedeeld. In de wandelgangen meldde Johan Attema dat hij, terwijl de partij in het middenspel was beland, verloren stond tegen Hessel Sijbersma. Of dit wel zo was, was onduidelijk. De partij kabbelde verder en leek het er op dat Johan zijn opponent onder de voet zou lopen met een aanval. Met nog zeven zetten en slechts weinig tijd, stelde hij remise voor. De zwartspeler nam dit direct aan. Nathalie Steringa kwam met wit na de opening wat passief te staan door een penning. Dit leverde koploper Willem Woudstra een pion op en hij kreeg het loperpaar. De stelling van wit bleef passief en de dreigingen van zwart werden steeds groter. Wit verloor uiteindelijk een licht stuk en deed nog een wanhoopsaanval. Zwart zag het gevaar en trok de partij naar zich toe. Henk Kooistra verloor tegen Gerben van der Heide een pion, doch met de zwarte koning op h7 kon Kooistra de pion terug winnen. Wit zette zwart onder druk met veel dreigingen; wit nam toen het remisevoorstel aan. Jan Meijer en Wytze Visser maakte er vanuit de opening een gelijkopgaande partij van totdat wit zijn sterke loper en de Dame ging ruilen. Zwart kreeg hierna een penning op de f-lijn. In het vervolg gaf wit pardoes een licht stuk weg.
Nadat er op de 28e zet een pion verloren ging, gaf Pee Kooistra op tegen Aps Steenberg. Op de 17e zet wist zwart een witte loper te verschalken met een matdreiging op h2 met zijn dame op d6 en zijn loper op c7. Wit bleef goed in de partij met listige zetjes, doch het verlies van de pion was hem te veel. Na een mislukte opening van wit, Gerke Ros, kreeg zwart, Henk van der Heide, actief spel ten koste van een geisoleerde centrumpion. Na tempo verlies van wit kon zwart aanvallen op de koningsvleugel. Zwart won een pion. Wit gaf twee lichte stukken voor een toren, doch dat liep slecht af. Mathijs Visser zette zijn partij tegen Wopke Brandsma buitengewoon goed op. Hij nam waarschijnlijk iets te veel risico en dit kostte jammergenoeg materiaal en ook nog veel tijd. Het eindspel van wit stond verloren en door gebrek aan tijd moest hij opgeven. Jan Eelkema en Catrines Veenstra speelden een spannende partij. Na de opening, Damegambiet, ontstond een “heerlijk” gevecht. Doordat wit op een gegeven moment een pion kon winnen, kon hij daarna zeer professioneel het duel tot winst afwikkelen. Catrines kreeg na pionverlies geen enkele kans meer.
De uitslagen van ronde 4:
G. Ros – H. van der Heide 0-1; M. Visser – W. Brandsma 0-1; N. Steringa – W. Woudstra 0-1; P. van Kammen – S. de Haan 1-0; J. Attema – H. Sijbersma 0,5-0,5; H. Kooistra – G. van der Heide 0,5-0,5; K. W. Stellema – B. Vroom 0,5-0,5; J. Meijer – W. Visser 0-1; J. Eelkema – C. Veenstra 1-0; A. Meijer – J. Hiemstra 1-0; P. Kooistra – A. Steenberg sr 0-1; F. Heikamp – A. van der Zee 1-0.