Op zaterdag 7 oktober mocht Schaakwoude thuis aantreden tegen het tweede team van Schaakgenootschap Max Euwe uit Enschede. De Enschedeërs hadden prima de weg kunnen vinden naar de speellocatie van Schaakwoude. Na een kort welkomstwoord, brandde de strijd op de 64 velden los. Gedurende de middag zou blijken wie het beste de goede route kon vinden op het schaakbord.
Wietse de Jong – Jasper Kamphuis
Wietse kwam in een door de tegenstander voorbereide variant van het Marshall gambiet terecht, maar apart genoeg was het zwart die op de 15e zet als 1e afweek van de theorie, toen was de stelling voordelig voor wit maar zeer ingewikkeld. Wit koos niet het allerbeste plan en kon het voordeel niet verzilveren er ontstond een partij op het scherpst van de snede. Na een diepe combinatie met daarna een tijdelijk Dame-offer kon zwart een witte toren verschalken, dat was natuurlijk einde partij. (0,0-1,0)
Bart Lemstra – Jasper de Jong
Bart speelde met wit een redelijk goede partij. Hij kwam ietsjes beter uit de opening en kwam in het middenspel nooit in gevaar. Z’n tegenstander verdedigde echter taai. Er bleek uiteindelijkte weinig voordeel voor Bart over om voor de winst te gaan. De punten werden dan ook verdeeld. (0,5-1,5)
Gerben van der Heide – Maarten Vinke
Na een achttal zetten waren beide spelers de weg al kwijt in het grote theoriebos, daar witspeler Vinke eerder gestart was stond Gerben onder druk door de scherpe aard van de stelling. Uiteindelijk leek zwart gelijk te maken, maar toen maakte de Enschedëer een catastrofale fout. Gerben profiteerde door een kwaliteit te winnen, en de tegenstander zonder tegenspel te laten. In een hopeloze stelling ging Vinke even later door de vlag. (1,5-1,5)
Jan Sybren Zagema – Daniël Rabbers
Wit kwam met een grote voorsprong in ontwikkeling uit de opening. De zwarte koning slaagde er niet in het midden van het bord te verlaten. De witte aanval verliep soepel, maar tegen de tijd dat Jan Sybren het wilde afmaken miste hij in tijdnood de beste voortzetting. Geen man overboord, Jan Sybren won een pion en kwam in een beter eindspel met elk twee torens en wat pionnen. Zwart ging in tijdnood de fout in, verloor een tweede pion en gaf er de brui aan. (2,5-1,5)
Sjoerd Hoekstra – Henk Bernink
Sjoerd stond na de opening ietsjes onder druk op de koningszijde en moest secuur z’n zetten kiezen. Dit deed hij dan ook. Dit koste dan wel de nodige tijd. Zijn damevleugel was goed ontwikkeld en dreigde over de diagonalen de stelling van de tegenstander onder vuur te nemen. Ik heb het vervolg van de partij helaas niet gezien, maar gezien de reacties aan het bord vermoed ik dat Sjoerd z’n tegenstander ondanks zijn tijdtekort verrast heeft met een tactische truc. Hij kwam namelijk een stuk voor en even later was de partij uit. (3,5-1,5)
Gert-Jan Rauw – Henk-Jan Paalman
In een op en neer gaande partij, leek dan de één en dan de ander voor het halve punt te strijden.
In het verre eindspel ontstond een situatie waarin de pionnen van Gert-Jan naar de laatste rij dreigden te lopen. Maar een paard en toren maakten het de zwarte koning van Gert-Jan zeer lastig. Toen hij ervoor koos naar de rand te lopen, in plaats van meer in het midden te blijven, dreigde onze clubgenoot te promoveren met een pion. De tegenstander zag zich gedwongen voor zetherhaling te gaan. Onterecht zo bleek naderhand, een tussenzet had een matnet kunnen vlechten. (4,0-2,0)
Ronald van der Veen – Christian Scho
Wit kwam met een klein voordeeltje uit de opening, maar tijdens de jacht op een pion werd het verkeerde plan gekozen. Zwart verschafte zich zo tegenkansen met een sterk paard. Rond tijdnood kon het zwarte paard in bedwang gehouden worden en stond wit twee pionnen voor. Na dameruil leek het pleit dan ook beslecht.
Zwart kon echter met twee torens de witte stelling binnendringen. Het leek zo alsnog remise te worden. Zwart vergiste zich in de kansen en ook werd een witte blunder niet op waarde geschat. Toen zwart het mat in 7, dit bleek uit analyse, niet kon vinden was het voordeel van Ronald dusdanig groot, dat spoedig een punt bijgeschreven kon worden. (5,0-2,0)
Henk Broersma – Sjoerd van Willigen
Op het bord van Henk opende de enschedeër beduidend beter. Hij koos op het cruciale moment niet voor de beste zet, maar voor het natuurlijk ogende Df5. Henk wist hierdoor zijn problemen op de koningszijde op te lossen. Henk verkreeg door een foutje van de tegenstander een pion meer, maar deze dubbelpion in het centrum leek in eerste instantie niet heel nuttig. Toch name deze belangrijke velden van de tegenstander af in het centrum. In tijdnood wist Henk een stelling te verkrijgen van toren en pion versus loper. Dit speelde Henk vakkundig uit. (6,0-2,0)
Al met al een wedstrijd tegen een veel sterker geachte tegenstander waarvan het resultaat onze stoutste dromen overtrof. Zou het trainingskamp zijn vruchten afgeworpen hebben?
Schaakwoude SG Max Euwe 2
Rauw , G.J. (Gert Jan) 2140 Paalman , H.J. (Henk-Jan) 2128 ½ – ½
Lemstra , B. (Bart) 1952 Jong de, J. (Jasper) 2104 ½ – ½
Hoekstra , S. (Sjoerd) 1959 Bernink , H.J.M. (Henk) 2097 1 – 0
Veen van der, R. (Ronald) 1983 Scho , C. (Christian) 2064 1 – 0
Heide van der, G. (Gerben) 1880 Vinke , M.A. (Maarten) 2111 1 – 0
Jong de, W.P.J. (Wietse) 1885 Kamphuis , J. (Jasper) 2023 0 – 1
Broersma , H. (Henk) 1853 Willigen van, S.W. (Sjoerd) 2040 1 – 0
Zagema , J.S. (Jan Sybren) 1857 Rabbers , L.H.D. (Daniel) 0 1 – 0