Ga naar de inhoud

Kampioen Gerke Ros onverwacht onderuit

door Jan van der Veen

Damwoude – De grootste verrassing van de vierde ronde was de nederlaag die de kampioen van het afgelopen jaar, Gerke Ros, leed. Er kwam in zijn duel tegen Mathijs Visser de Hollandse opening op het bord. Laat dat nu net de opening zijn die Mathijs in zijn jeugd heel vaak beoefende. Na dameruil dacht Gerke dat het remise zou worden, mede gelet op het feit dat wit in tijdnood kwam. Gerke dacht door een loperzet een penning te zien, doch kwam bedrogen uit en na een fraaie pionzet van Mathijs won deze een pion en met elk een toren op het bord werd de meer-pion in winst omgezet. Het betekende wel de derde overwinning voor de jeugdige Mathijs, die in grootse vorm schijnt te verkeren. Mevrouw Hiemstra leek op een zege af te stevenen in haar duel tegen erevoorzitter Andries Meijer. Doch deze eiste het halve punt op doordat er drie keer dezelfde stelling op het bord was verschenen. De "dame" van Schaakwoude hield een goed gevoel van het duel over. Henk van der Heide is na de vierde ronde de nieuwe koploper (mede door de afwezigheid van Jan Eelkema) geworden. In het topduel tegen Siebren Westra kwam de Schotse opening op het bord. Zwart speelde dit wat te passief en daardoor kreeg wit een aanval op de koningsvleugel. Zwart offerde een pion in het centrum voor aanval, doch kreeg hier geen enkel voordeel voor terug. In het verre middenspel besliste een penning met de dame (op een toren) het duel toen er een pion bijkwam. Na het torenverlies gaf zwart snel op. Het duel tussen Pee Kooistra en Albert van der Lijn ging tot de 20e zet gelijk op. Beide spelers kwamen uitstekend (Dame-gambiet) uit de opening. Kooistra overzag helaas een aanval op een ongedekte toren en gaf enkele zetten later de pijp aan Maarten. Sikke de Haan begon met aanvallende aspiraties in zijn duel tegen Klaas Stellema en dat nog wel met zwart. Heel veel stukken trokken op naar het witte bolwerk om de witte stelling onder vuur te nemen. Door een blunder ging een licht stuk verloren en kon wit de partij naar zich toe trekken. Kees Appel zadelde Nathalie Steringa al snel met een dubbelpion op en zij kreeg niet de tijd om te rocheren. Zwart gooide toen alles op de aanval, maar wit bezweek niet onder de druk, kreeg zelfs weer het initiatief doordat de zwarte aanval niet doorsloeg. De zwarte stukken verloren de dekking en er verdween eerst een zwarte pion en toen er ook een loper van het bord zou verdwijnen, gaf zwart op. Een enerverend duel dat in aanmerking zou kunnen komen voor een algehele analyse. Aps Steenberg en Wesley Bloemsma hielden elkaar heel lang in evenwicht. Er werden heel wat stukken afgeruild. In het late middenspel ging wit in de fout en dat kostte hem een pion. Toch kreeg hij nog een sterke aanval, maar met goed spel sleepte zwart het volle punt uit het vuur. Jan Meijer besloot weer eens ouderwets na de opening uit te pakken. Hij zette de partij zeer scherp op en besloot in het middenspel een pion te offeren voor een zeer gevaarlijke koningsaanval. Zwart dacht heel lang na en vond toen de enige juiste verdedigingszet met een paard. Jan Meijer had voor zijn plan heel veel tijd verbruikt en moest toen snel zetten; haalde op het nippertje de 35 zetten, doch toen de kruitdampen waren opgetrokken, bleek de witte stelling niet meer houdbaar en zo kwam er een einde aan een prachtige en spannende partij. In het duel tussen Pieter van Kammen en Fokke de Haan leek het na het middenspel wel een wild west op het bord: overal dreigingen. Wie stond er nu eigenlijk beter? Kon Fokke, die materiaal was kwijt geraakt, eeuwig schaak forceren of zelfs door schaakjes materiaal terug winnen? Niets van dat alles; pardoes werd er tot remise besloten en daarna volgde een uitgebreide analyse. Johan Attema dacht na de opening heel slim te zijn door de c-pion door te schuiven, maar de zet die volgde van Jan van der Veen verraste hem waarna het vervolg van wit niet goed was en hij een pion verloor. Wat wit ook probeerde, zwart hield het voordeel tot het einde vast. Jacob Eelkema ging in de Siciliaan tegen Bauke Vroom ten onder. Bauke probeerde de witte stelling open te breken, doch deed dit niet goed, waardoor hij een pion verloor doch een goede stelling overhield. Hij verloor nog een pion, maar kreeg een zeer sterk loperpaar in handen en toen verdwaalde jongeling, die nog te weinig partijervaring heeft, jammerlijk. De partij kantelde in enkele zetten in het voordeel van zwart. Vanuit de opening was het een prima partij van Jacob. Zowel Gerben van der Heide als Henk Kooistra "gooide de pionnen naar voren" en werd het een wedren wiens aanval het eerst zou doorslaan. Zwart ging als eerste in de fout en zo kon wit zijn pionnen nog verder opschuiven. Het zwaard van Damocles hing toen al boven de zwarte stelling en na loper f6 stond zwart verloren, maar Henk wist heel lang te voorkomen dat het zwaard viel. Het was al twaalf uur geweest. Catrines Veenstra en Hessel Sijbersma schenen geen last te hebben van de nog aanwezige toeschouwers. Na het Geweigerd Dame-gambiet verloor wit een pion in het middenspel en wist deze niet te heroveren. Nadat er heel veel afruilen hadden plaats gevonden, ontstond een eindspel met voor beiden een toren en met een pion op de g-lijn voor wit en een pion op de g- en h-lijn voor zwart. Het was potremise, doch de heren speelden tot het bittere einde door. De torens verdwenen van het bord en de blote koning van Catrines moest het opnemen tegen de "laatste pion" van zwart. Met voor Catrines nog 30 en voor Hessel nog 60 tellen werd de vredespijp gerookt.
 
De uitslagen van ronde 4:
K. Appel – N. Steringa 1-0; A. Steenberg – W. Bloemsma 0-1; J. Meijer – W. Brandsma 0-1; P. van Kammen – F. de Haan 0,5-0,5; H. van der Heide – S. G. Westra 1-0; P. Kooistra – A. van der Lijn 0-1; J. Attema – J. van der Veen 0-1; J. Eelkema (jr) – B. Vroom 0-1; C. Veenstra – H. Sijbersma 0,5-0,5; K. W. Stellema – S. de Haan 1-0; M. Visser – G. Ros 1-0; J. Hiemstra – A. Meijer 0,5-0,5; G. van der Heide – H. Kooistra 1-0. 

Geef een reactie

Advertenties geblokkeerd